Ostbelgien
Limbourg – Eupen
19 km (A→B)
Niveau: ★★★☆☆
Ok, ik moet eerst wel bekennen dat de titel van dit stuk misschien een tikkeltje misleidend is. Maar als de gazetten dat mogen, dan mag ik dat ook. Met ‘Limburg’ bedoel ik immers niet de provincie, maar de Franstalige ‘stad’ Limbourg in de provincie Luik. Geen meerdaagse hike dus, maar een dagtocht van ‘hooguit’ negentien kilometer, die ons via het Hertogenwoud en de Gileppestuwdam helemaal naar het Duitstalige Eupen loodst. Alons-y, wir Schaffen das!
Onze herfstwandeling start in het Waalse Dolhain, een ietwat grauw dorpje in de vallei van de Vesder. Dolhain behoort tot de ‘stad’ Limbourg, waarvan de Sint-Joriskerk hoog op een rots meesterlijk boven Dolhain en zijn dal uittorent. Amper een halve kilometer verder, maar wél zestig meter hoger, strompelen we de van kinderkopjes voorziene Place Saint-Georges op. Hoewel slechts een handvol straten groot, bezit het charmante Limbourg toch de status van stad. Hier en daar heeft het met zijn idyllische kasseistraatjes zelfs wat weg van Durbuy, die andere bekende ministad in België. Het straatbeeld is hier dan ook nauwelijks veranderd in de laatste twee eeuwen. De geschiedenis gaat er tot meer dan 1000 jaar terug, toen Limbourg als hoofdstad van het bisdom Limburg opgericht werd. Dankzij de strategische ligging op de rots had het de reputatie van onverslaanbaar te zijn, al lukte dat in de loop der eeuwen niet altijd even succesvol. Tegenwoordig is de ‘stad’ in zijn geheel door het Waalse gewest erkend als patrimoine majeur, uitzonderlijk cultureel erfgoed, wat zijn unieke uitstraling nog wat extra cachet geeft.


“Hier en daar heeft het met zijn idyllische kasseistraatjes zelfs wat weg van Durbuy.”
We verlaten de micrometropool en vluchten naar het omliggende platteland. Met een schampschot passeren we iets verder het gehucht Halloux en doorkruisen we vervolgens het dorp Hèvremont. Tussen beide plaatsen in merken we beneden in de brede vallei een antieke brug op. Het gaat om een gemetseld aquaduct uit het einde van de 19e eeuw, gebouwd om de stad Verviers via een ondergronds kanaal van drinkwater te voorzien dat rechtstreeks door het stuwmeer van de Gileppe geleverd wordt. Maar eer we aan dat stuwmeer zijn, dienen we eerst nog enkele kilometers onder onze schoenzolen te slikken.
Al’ Neûre Barake
We laten het agrarische landschap nu achter ons en waden het Hertogenwoud in. Dit uitgestrekte bos op de noordwestelijke uitlopers van de Hoge Venen vormt het weelderige decor voor de komende elf kilometer. Af en toe houden we eens halt om telkens opnieuw vast te vaststellen hoe stil het hier wel is. In de verste verte is er geen autoverkeer te horen en bij gebrek aan wind zit er ook maar weinig beweging in het kleurrijke herfstkruin van de bomen. Aan kilometer 5,5 op onze wandeling treffen we dan een hut aan met de exotisch klinkende naam Al’ Neûre Barake. Geen idee hoe je het exact uitspreekt, maar het is alleszins een perfecte plaats voor onze picknick!


Wat verder onderbreekt de N629 abrupt het bos, met kort erachter de kolossale Gileppestuwdam. Reeds in 1878 huldigde Koning Leopold II hier al een eerste damconstructie in, om dan een kleine eeuw later nog eens met tien meter verhoogd te worden. Dé blikvanger hier is het 130 ton zware beeld van een leeuw, dat op het midden van zijn stuwdam trots over de benedenloop van de Gileppe tuurt. Aan het uiteinde van de dam liften we naar een uitkijkplatform in de 77 meter hoge toren van glas en beton, waar een fenomenaal uitzicht over het stuwmeer en het omliggende landschap zich aan ons ontvouwt.
“Zonder het echt te merken sluipen we namelijk de grens tussen Franstalig en Duitstalig België over.”
Terug beneden kronkelen we een stukje mee langs de noordelijke oevers van het stuwmeer. De droge lente van 2020 en de daaropvolgende hete zomer hebben hier goed hun littekens achtergelaten, want het waterniveau van het meer bereikt maar een povere hoogte niet meer. We buigen van het meer weg en wandelen opnieuw kilometers aan een stuk eenzaam en alleen door het herfstige Hertogenwoud. Of moeten we hier intussen Hertogenwald zeggen? Zonder het echt te merken sluipen we namelijk de grens tussen Franstalig en Duitstalig België over, hier en daar verraden door een subtiel bordje in de taal van Goethe.


Ostbelgien
Na het dwarsen van de drukke N68, dé toegangspoort tot de Hoge Venen, dropt de laatste 500 meter aan bos ons aan het Wetzlarbad, het zwembad van Eupen. Sommigen onder ons kennen Eupen ongetwijfeld als de raadselachtige eindbestemming van de IC-trein uit Brussel en Oostende, maar Eupen fungeert bovenal als de hoofdstad van de Duitstalige Gemeenschap. Of van Ostbelgien, zoals ze het hier heden ten dage liever noemen. We struinen de bebouwde kom binnen en volgen kort de loop van de Helle tot aan de samenvloeiing met de Vesder. De Sint-Jozefskerk markeert hier de benedenstad van Eupen. Een gevoel van victorie overmant ons stilaan nu de eindstreep in zicht is. Maar waar een benedenstad is, is er uiteraard ook een bovenstad. We mogen die victorie dus nog voor even terug opbergen, want we eindigen de tocht nog met een pittige klim. Je zou het voor minder op je heupen krijgen in Eupen. Al gunt het uitzichtpunt in het Moorenshöhepark ons op die manier nog eens een laatste blik op het Hertogenwoud in de verte, dat urenlang het toneel van onze trektocht van vandaag mocht vormen. Ziel erreicht, ça y est!
Deze wandeling arrangeren
De route
Ik stippelde deze wandeling zélf uit via de app Routeyou (
). De wandeling start aan het station van Dolhain-Gileppe en eindigt aan dat van Eupen. De route volgt voor een stukje de GR573.
De tocht gaat hoofdzakelijk over onverharde wegen van grind en in mindere mate over aarden paden en wegen van asfalt. Het stijgingspercentage is van gemiddeld niveau. Het meest intense deel qua stijgen en dalen situeert zich in de eerste helft van het parcours. Eenmaal voorbij de stuwdam gaat het nog maar lichtjes naar omhoog, om dan iets voor Eupen eerst licht en erna wat steiler naar het riviertje de Helle af te zakken. Al wacht er tussen de beneden- en bovenstad van Eupen dus wel nog een kleine piek.
Erheen
Vlakbij Limbourg ligt het station van Dolhain-Gileppe, waar ieder uur een stoptrein van de verbinding Spa-Verviers-Aken stopt. Vanuit het station van Eupen beschik je dan elk uur over een rechtstreekse IC-trein naar onder meer Brussel, Gent en Oostende, tot laat op de avond. Zo beschik je in Eupen over voldoende tijd om iets te gaan eten en hoeft er niemand bob te zijn (nmbs.be).
Met de wagen valt deze wandeling moeilijker uit te voeren. Overweeg je om toch met de auto te komen, dan kan je die bijvoorbeeld gratis parkeren op de helling tussen Dolhain en Limbourg. Vanuit Eupen kan je dan naar Dolhain terugkeren met een bus van TEC (letec.be).
Consumeren
Spring op de Place Saint-Georges in Limbourg zeker eens binnen bij de charmante Brasserie Saint-Georges voor een koffie, een drankje of om iets te eten. De muren van het gezellige interieur zijn bezaaid met tientallen bierflesjes en antieke reclameborden. Er is achteraan ook een terras in de schaduw van de Sint-Joriskerk. Aan de Gileppestuwdam kan je iets eten of drinken in de nok van de panoramische toren. Proef hier zeker eens van het lokale bier ‘Septante-Sept’, terwijl je er op septante-sept meter hoogte over het omringende landschap uitkijkt. Na onze wandeling gingen wij in de bovenstad van Eupen uit eten in het voortreffelijke restaurant Ratskeller, met zowel Duitse als Belgische specialiteiten op de kaart.

0 reacties op “Van Limburg naar de Oostkantons”