Regio Reizen Rondreis

Van het chille Chiang Mai tot in het pittoreske Pai

Te voet, per fiets en met de scooter op verkenning in het fascinerende noorden van Thailand

In het uiterste noordwesten van Thailand, aanschurkend tegen buurland Myanmar. Daar sluimert een fascinerende regio boordevol glimmende tempels, duistere grotten en hippe hotspots. Dé perfecte start voor een Aziatisch avontuur in het betoverende Thailand, lijkt me zo. Sawadee krap, Chiang Mai en Pai!

“Sellob…? Haaa, Sellob! Sellob!” Met enige aarzeling knik ik instemmend naar de gekke taxichauffeur die mij zonet aan de luchthaven oppikte, hopend dat ik op het juiste adres beland. Dat zou dus Sherloft Home & Hostel moeten zijn… De zorgen waren voor niets, want mijn Thaise bestuurder deponeert me een klein spitsuurtje later blindelings aan mijn verblijfplaats voor de komende dagen. Na een lange en vermoeiende reis ben ik eindelijk in Chiang Mai aangekomen, een provinciestadje in het noordwesten van Thailand. Veel tijd om mijn koffers uit te pakken is er helaas niet. Voor ik het weet staat mijn ‘date’ van vanavond al ongeduldig met de scooter voor de hostel te brommen. Aan het stuur zit Mandy, een Australische die al jaren in Thailand woont en werkt. Dé perfecte persoon dus om mij mee op sleeptouw te nemen. Reuze benieuwd naar wat mij te wachten staat, spring ik kangoeroegewijs achterop de bromfiets en snorren we er vandoor. We rijden de vierkanten stadsring op, parallel met de oude stadsgrachten en langsheen restanten van de middeleeuwse omwallingen. Intra muros vormt het stratenpatroon van Chiang Mai min of meer een rasterpatroon, dus hier al het noorden kwijtspelen is moeilijk. Al denkt een technieker van de telefoniemaatschappij er het zijne van. Wankelend op zijn houten ladder zoekt hij schijnbaar wanhopig naar de correcte draad tussen de spaghetti van kabels, die als een web boven de straten van Chiang Mai bengelen. En tóch brandt ieder lampje in de stad. Moeilijk gaat ook.

De Tha Phaepoort, een replica van zijn middeleeuwse voorganger

“Wankelend op zijn houten ladder zoekt hij schijnbaar wanhopig naar de correcte draad tussen de spaghetti van kabels.”

Lady Marmalade

Thailand geniet een hoge reputatie als het op haar rijke keuken aankomt. En die keuken vind je hier gewoonweg op straat. En die is spotgoedkoop op de koop toe. Voor nog geen 2 Euro heb je er al snel je buik van vol. Letterlijk dan. Mandy parkeert de scooter nabij de Chang Phuak Poort en gidst mij naar Khao Kha Moo Chang Phuak. “Dit street food stalletje is bij de locals beter gekend als de ‘Cowboy Lady’,” verklapt ze. Een vrouw met cowboyhoed roert er met hart en ziel in de potten, wat de logische link naar haar bijnaam legt. “Je bent niet in Chiang Mai geweest zonder haar beroemde khao kha moo gedegusteerd te hebben,” traag gegaard varkensvlees op een bedje van klevende rijst en een hardgekookt ei als side dish. Het doet mij al van tevoren watertanden. Met een fris Singha-biertje en een genereus gevuld bord nemen we plaats op het geïmproviseerde terras en werken er met veel smaak het voortreffelijke diner naar binnen.

“Ben je klaar om vanavond een ladyboy show te gaan zien?” Ik verslik mij bijna in m’n eten bij het horen van Mandy’s oneerbaar klinkende voorstel. “Komaan, je zal het helemaal naar je zin hebben,” tracht ze mij te overtuigen. Daar ben ik zelf zo zeker nog niet van. Maar ach, wat maakt het uit, tegenstribbelen heeft toch geen zin. Een scooterritje later stap ik samen met haar wat onwennig de veelbelovende Ram Bar binnen. Geen cabardouche, zoals ik het mij eerst inbeeldde, maar eerder een intieme en sfeervolle kroeg. Nu ja, ‘intiem’ is misschien niet het juiste woord in deze situatie. Al blijven de van pruiken en pluimen voorziene ladyboys gelukkig op een veilige afstand tijdens de show. Een uitvoerig oeuvre van dans en playback passeert de revue op het petieterige podium en vermaakt het uiteenlopende publiek smakelijk met klassiekers als ‘It’s Raining Men’, ‘Lady Marmalade’ en de titelsong van Titanic. Ook ik zit intussen fervent mee te zingen en te klappen. En toch blijf ik het mezelf maar afvragen hoe die knappe deernen op het toneel er toch in slagen om hun mannelijke lijven zo goed te verhullen. Maar afgezien daarvan was op zijn minst gezegd een erg gezellige avond vol vertier.

“En toch blijf ik het mezelf maar afvragen hoe die knappe deernen op het toneel er toch in slagen om hun mannelijke lijven zo goed te verhullen.”

Een kopje kleiner

Een nieuwe dag, een nieuw begin. Tijd voor wat meer zedige cultuur! Thailand staat gekend voor haar talloze boeddhistische tempels, zogenaamde wats. Beginnen doe ikzelf bij Wat Phra Singh, de bekendste in Chiang Mai. Het domein omvat onder andere een verzameling van fraaie wihans, paviljoenen die dienst doen als gebeds- en meditatieruimte. In één daarvan, de Wihan Lai Kham, huist de Phra Boeddha Sihing, een gouden Boeddhabeeld waaraan de tempel uit de 14e eeuw zijn naam te danken heeft. Eenmaal terug buiten de wihan is een zonnebril zeker geen overbodige luxe om de met bladgoud bedekte stoepa’s te bewonderen. Deze klokvormige torentjes schitteren er trots in het ochtendlijke zonlicht en vormen zo het kroonjuweel van dit complex. Een schril contrast met de vaak grauwe kerktorens van bij ons. De volgende tempel op mijn lijstje is Wat Chedi Luang, enkele straten verder. Een leger van stenen olifanten ondersteunt er als oude veteranen de kolossale, 15e eeuwse chedi in het midden van de monumentale site. Ooit 90 meter hoog, maar door een aardbeving in 1545 een kopje kleiner gemaakt. Desondanks oogt de ruïne nog altijd indrukwekkend. Voor het grote, staande Boeddhabeeld binnen in de Wihan Luang, naast de chedi, zitten enkele gelovigen geknield op de rode tapis plein te bidden. Een paar andere ‘parochianen’ offeren in de zijbeuk intussen een rantsoen aan een in oranje gewaden gedrapeerde monnik, in ruil voor een zegening. In Thailand is het trouwens de gewoonte dat iedere man ooit eens een tijdje als monnik geleefd heeft. Bij voorkeur alvorens men een carrière en een gezin opbouwt. Dan wordt men door de maatschappij pas écht als volwassene aanzien. Zie het wat als onze gewezen legerdienst, inclusief de kaalgeschoren schedel.

Een gelovige offert een rantsoen aan een monnik, in ruil voor een zegening
De Chedi Luang verloor een stukje van de top tijdens een aardbeving
Een zonnebril komt echt van pas om de glimmende chedi van Wat Phra Singh te bewonderen

‘Madame Soleil’ Mandy

Toegegeven, de meeste tempels gelijken grotendeels wel een beetje op elkaar, dus na een tijdje heb je er ook wel even je buik van vol. Figuurlijk nu. Maar toch zijn er nog enkele het vermelden waard. Ik word opnieuw door Mandy uit mijn hostel ontvoerd, deze keer de omliggende bergen in. De scooter spurt de stad uit en beklimt krampachtig de steile weg die naar Wat Phrathat Doi Suthep leidt, een populair tempelcomplex op zo’n duizend meter hoogte. Op de schaarse rechte baanvakken worden we continu ingehaald door songthaews. Deze karakteristieke rode pick-ups met zijdelings geplaatste zitbanken achterin zijn, bij gebrek aan eigen vervoer, hét uitgelezen transportmiddel voor een bedevaart naar de tempelberg. Enkel de 309 treden die de wat van de straat scheiden moeten nog overwonnen worden. Maar eens helemaal boven, word ik instant getrakteerd op blinkende pagodes en vooral op een weergaloos uitzicht over Chiang Mai. En ik mag er bovendien mijn geluk beproeven. Met de schoenen uit en de knieën op het tapijt grijp ik zelfzeker naar een potje met daarin een batterij aan genummerde stokjes en begin er naarstig mee te shaken. Het stokje met getal 2 kletst als eerste overboord. Mandy fladdert meteen naar de ‘prijzenwand’ met voorgekauwde voorspellingen en scheurt het corresponderende briefje af. “Je zal succes oogsten in wat je denkt. Geluk en liefde zullen je binnenkort te beurt vallen, maar je moet nog even geduld uitoefenen,” orakelt ‘Madame Soleil’ Mandy. De toekomst zal het uitwijzen.

“De scooter spurt de stad uit en beklimt krampachtig de steile weg die naar Wat Phrathat Doi Suthep leidt.”

Vanaf Wat Phrathat Doi Suthep kan je genieten van een weergaloos panorama over Chiang Mai

Een drieluik van puur genot

Mandy heeft die dag jammer genoeg nog een late shift te kloppen, dus ben ik weer op mijzelf aangewezen. Ik trek dan maar naar Wat Pha Lat, een verborgen parel die diep in de bossen net buiten Chiang Mai schuilt. De tempel situeert zich ongeveer halverwege op de route naar Doi Suthep. Vlot te bereiken met de scooter of per songthaew dus, maar ik verkies de benenwagen over de Monk’s Trail. Na zo’n 45 minuten stevig stappen over dit weelderige pad doorheen de jungle wandel ik een feeërieke wereld van vredige wihans en beeldige boeddhistische sculpturen binnen, idyllisch tussen de tropische vegetatie genesteld. Het is er ontspannen stil, op het geruis van een kabbelend bergriviertje na, dat zich over de kale rotsen een weg naar beneden baant. In een door groen omgeven hutje waant een mediterende man in kleermakerszit zich alvast helemaal weg van de wereld. Zelf in opperste staat van zen daal ik terug af naar het levendige Chiang Mai, maar wil toch dat gevoel van innerlijke rust en ontspanning nog even rekken. Niet met yoga of mindfulness, maar middels een typisch Thaise massage. Anderhalf uur lang onderwerp ik mij bij The Giving Tree aan een drieluik van puur genot: Eerst een traditionele Thaise massage, gevolgd door een behandeling met aromatische oliën, om te eindigen met een hot stone-therapie. Het doet nu ook het laatste spiertje in mijn lijf helemaal lossen. En neen, het was niet met ‘happy end’

“In een door groen omgeven hutje waant een mediterende man in kleermakerszit zich alvast helemaal weg van de wereld.”

The Bridge over the River Pai

Na de olijke scooterescapades met Mandy in Chiang Mai is de tijd rijp om het roer eens in eigen handen te nemen. Ik huur zélf een scooter en zet koers richting Pai, een hippiedorpje in het verre noordwesten van Thailand. Niet minder dan 130 kilometers over de fraaie route 1095 liggen mij voor de wielen te wachten. Net zoals 762 bochten, de ene al wat scherper dan de andere. Het gros van de reizigers maakt op dit bergachtige traject veeleer gebruik van de talrijke minibusjes die Chiang Mai en Pai met elkaar verbinden. Maar buiten enkele korte plaspauzes wordt er tijdens die drie uur durende trip nergens gestopt. Ík met de scooter daarentegen kan onderweg zoveel haltes inlassen als ik zelf maar wens. In die mate dat ik op mijn eigen tempo onder meer de fabelachtige Mok Fa-watervallen kan bewonderen, mijn voeten in de pruttelende warmwaterbronnen van Pong Duet kan onderdompelen en van adembenemende uitzichten in het Huai Nam Dang Nationaal Park kan genieten.

De fabelachtige Mok Fa-watervallen
De pruttelende warmwaterbronnen van Pong Duet
Adembenemende uitzichten in het Huai Nam Dang Nationaal Park

Zodra ik Pai begin te naderen, ruimen de groene bergen stilaan plaats voor een brede vallei met weidse rijstvelden. Ik rijd de antieke ‘Bridge over the River Pai’ voorbij en zet op een steenworp van mijn eindbestemming de scooter nog even opzij bij de eigenaardige Pai Canyon. Geen uitgesleten kloven hier, zoals de naam valselijk doet vermoeden, maar eigenlijk nét het tegenovergestelde. Smalle, goudgele rotsformaties van zandsteen doorsnijden er als een bliksemschicht het kruin van de bomen, tientallen meters boven het maaiveld. Ik klauter op en neer en balanceer er met acrobatische precisie over de richels die hier en daar amper een halve meter breed zijn. Links en rechts van mij een ijzingwekkende afgrond. Vooral rond zonsondergang kleurt Pai Canyon schilderachtig mooi.

“En daar gaan we dan, met z’n tweeën op pad in Pai.”

Eenmaal de zon dan achter de horizon is verdwenen, wip ik als de bliksem op mijn trouwe tweewieler voor de ultieme kilometers naar mijn einddoel van vandaag. Ik strompel de gedeelde slaapkamer van mijn hostel in Pai binnen en ontmoet er mijn lieftallige roomie Sandra uit Zwitserland, die al ettelijke maanden als een nomade door Azië zwerft. “Geen zin in een hapje en een drankje?” suggereer ik al snel na een kort kennismakingsgesprek. “Goed idee! Alleen is ook maar alleen,” bevestigt ze al snel. En daar gaan we dan, met z’n tweeën op pad in Pai. Er hangt een erg gemoedelijke sfeer in dit charmante stadje, waarvan het compacte centrum uit grofweg drie straten bestaat. Chai Songkhram Road bulkt daarbij van de eetstalletjes met onweerstaanbare street food. We verorberen er een paar borrelhapjes en wagen ons aan een typische delicatesse uit het noorden van Thailand: khao soi, een verrukkelijke currysoep met gekookte en gefrituurde noedels en stukjes kip. Nadien beklinken we de avond met een drankje in één van de vele hippe bars die Pai kenmerkt. In café Mojo geeft een orkestje alleszins het beste van zichzelf en tovert met drum, gitaar en saxofoon een repertoire van opzwepende jazz uit zijn hoed. Pai is iets wat je niet zozeer van Thailand zou verwachten, maar de bohemian vibe die er heerst bevalt me best wel.   

(Memorial) Bridge over the River Pai
Smalle zandstenen richels in Pai Canyon
Bruisende sfeer in de straten van Pai
Opzwepende jazz bij café Mojo
Samen met mijn sympathieke roomie Sandra ontbijten bij Red Bike Kitchen

Château Pétrole

Snel nog even een stevig Engels ontbijt inslaan bij Red Bike Kitchen, te herkennen aan de zwevende, rode fiets boven de ontbijtzaak, om met herwonnen energie de daguitstap van vandaag het hoofd te kunnen bieden. Ook de sympathieke Sandra is opnieuw van de partij en reist als passagier mee achterop de scooter. We bollen Pai buiten in noordwestelijke richting, verder over de legendarische route 1095. De weg slalomt steil omhoog, de brandstofmeter duikt evenwel synchroon omlaag. Geen tankstation in de buurt te bekennen. Had ik toch beter bij vertrek in Pai nog even bijgetankt. Maar we hebben mazzel! Op pashoogte treffen we een kraampje aan waar ze benzine verkopen… op fles! Als een echte sommelier ontkurk ik een paar van hun beste flessen en schenk de ‘Château Pétrole’ gutsend via een trechter de benzinetank in. Voorproeven liet ik daarbij voor een keertje aan mij voorbijgaan.

“Het helle licht van de sissende lantaarn vervaagt nu zachtjes in het invallende daglicht.”

Enkele glazen benzine later bereiken we de grotten van Tham Lot, in het nationale park met dezelfde naam. We rekruteren er een plaatselijke gids die ons met een ouderwetse olielamp in de hand een onderaardse wereld van stalagmieten en stalactieten inloodst. Aan het plafond van de soms reusachtige zalen hangen wel duizenden vleermuizen de schemering buiten af te wachten, om eropuit te zwermen. En alsof dit nog niet luguber genoeg klinkt, stoten we tijdens onze tocht door het donker ook nog op enkele teakhouten grafkisten die op kano’s lijken, stille getuigen van de Lawastam die hier duizenden jaren geleden hun doden ten grave droegen. We zetten onze duistere expeditie vervolgens al dobberend verder over de ondergrondse Nam Lang rivier. Niet in zo’n drijvende doodskist gelukkig, maar op een vlot van bamboe die ons naar het andere uiteinde van de grot drijft. Het helle licht van de sissende lantaarn vervaagt nu zachtjes in het invallende daglicht. De rivier vloeit vanaf hier verder de vrije natuur in, wij terug via dezelfde weg door de grot naar de uitgang.    

Onze gids ontsteekt de ouderwetse gloeilamp in de grot van Tham Lot
Licht aan het einde van de grot van Tham Lot
Pootje baden in de warmwaterbronnen van Sai Ngam

Op de retour naar Pai verlaten we de hoofdweg nog even voor een portie ontspanning bij de warmwaterbronnen van Sai Ngam. Het dampende riviertje wordt er door een aaneenschakeling van stenen muurtjes in verschillende bassins afgedamd, zodat bezoekers er knus kunnen pootje baden in het gloeiende water van zo’n 33 graden Celsius. Niet veel later houden we het alweer voor bekeken in de openluchtspa, want de zakkende zon breit geleidelijk aan een einde aan deze mooie dag. We spoeden ons naar de tempel van Wat Phra That Mae Yen, waar een lange reeks treden ons tot bij de Witte Boeddha brengt. En we zijn er lang niet de enigen. Dit panoramische platform aan de rand van Pai is dan ook de place to be voor een spectaculaire zonsondergang, met de trappen erheen als tribune. Op een gegeven moment verzwelgt de bergkam in de verte nu ook de laatste pixel van de zon. En alsof we op Ibiza waren, volgt ook hier een luid applaus. Een nieuwe bruisende avond in Pai kondigt zich aan.

“Op een gegeven moment verzwelgt de bergkam in de verte nu ook de laatste pixel van de zon.”


Logeren

In Chiang Mai verbleef ik in het huiselijke Sherloft Home & Hostel, terwijl ik in Pai mijn hoofd te slapen legde bij het intieme La Mom Hostelo.


Deze trip arrangeren

Erheen

Verblijf je maximum een maand in Thailand, dan is er géén visum vereist. Wél een internationaal paspoort, dat vanaf de datum van aankomst nog minstens zes maanden geldig is.

Ik vloog met Qatar Airways van Brussel naar Chiang Mai, met een overstap in Doha en Bangkok. De binnenvlucht tussen Bangkok en Chiang Mai werd daarbij door Bangkok Airways uitgevoerd, een vlucht van een uur. Je kan van Brussel ook rechtstreeks naar Bangkok vliegen met Thai Airways, en van daaruit dan met Bangkok Airways een aansluitende vlucht naar Chiang Mai regelen (Skyscanner.nl).

De vlotste manier om van de luchthaven van Chiang Mai naar het centrum te reizen is per taxi. In de aankomsthal kun je aan een loket een taxi bestellen voor de vaste prijs van 150 Baht (zo’n 4 Euro).

Er zijn dagelijks meerdere vluchten tussen Bangkok en Chiang Mai, maar je kan ook gewoon kiezen voor de trein. Een ideale optie mocht je er ook nog een bezoek aan Bangkok wensen aan te koppelen. Reis dan bij voorkeur met de Special Express, de uiterst comfortabele nachttrein die beide steden ‘s nachts met elkaar verbindt.


Vervoer ter plaatse

Openbaar vervoer is schaars in Chiang Mai. Je kan gebruik maken van een songthaew. Dit zijn rode pick up trucks die een niet op voorhand gedefinieerde route volgt, in functie van waar de passagiers aan boord heen willen. Een soort van belbus dus, die je gewoon op straat tegenhoudt. Je vraagt dan aan de chauffeur of hij je op je gewenste bestemming kan droppen en tegen welke prijs. Voor korte ritten in de stad is dat meestal 30 Baht (± 0,8 Euro) per persoon. Voor een excursie naar Wat Phrathat Doi Suthep is enige onderhandeling nodig en kan de prijs oplopen tot 80 Baht en meer, afhankelijk van de bezetting van het voertuig. Vermijd dus lege songthaews om torenhoge taxiprijzen te vermijden. Vanaf het busstation van Chiang Mai vertrekken er ieder uur minibussen naar Pai. Voor de rit van drie uur tel je tussen de 150 en 250 Baht (tussen de 4 en 7 Euro) per persoon neer. Niet voor gevoelige magen, mede door het vele draaien en keren op de route 1095. Voor excursies in de omgeving van Pai kan je beroep doen op één van de vele touroperators in het centrum van Pai.

Je in de binnenstad van Chiang Mai verplaatsen is gemakkelijk te voet te doen. Of per fiets, ondanks de afwezigheid van fietspaden. Zeker binnen de vierhoek van Chiang Mai is de fiets een efficiënt en veilig vervoermiddel. Verblijf je hier bij Sherloft Home & Hostel, dan kan je de fietsen van de accommodatie gratis gebruiken.

Wanneer je de stad uittrekt, regel je het best van al eigen vervoer. Ik huurde bij Bikky Chiang Mai voor 750 Baht (ongeveer 20 Euro) drie dagen lang een scooter, veruit het meest geschikte vervoermiddel om de streek hier te verkennen. Benzine is erg goedkoop, al kost het je wel stukken meer wanneer je ze op fles koopt. Zorg dus dat de benzinetank steeds voldoende gevuld is wanneer je de stad verlaat. Zeker tussen Chiang Mai en Pai en ten noorden van Pai zijn de tankstations nogal schaars. Voor het besturen van een scooter dien je in het bezit te zijn van een internationaal rijbewijs en is het dragen van een helm verplicht, hoewel de meeste Thai dit niet doen. Er vinden regelmatig politiecontroles plaats, waarbij de agenten het vooral op toeristen gemunt hebben. Ben je met alles in orde, dan kun je al snel weer doorrijden. Anders heb je een boete aan je been. De wegen bevinden zich in een zeer goede staat, zeker de hoofdwegen. Al is het uitkijken geblazen bij regenweer. Het natte wegdek kan dan namelijk verraderlijk glad worden. Vergeet ook niet dat men in Thailand aan de linkerkant van de weg rijdt. Je vindt Bikky Chiang Mai nét buiten het centrum van Chiang Mai, aan het begin van de weg naar Doi Suthep (Bikkychiangmai.com).


Cultuur & natuur

Het gros van de bezienswaardigheden in Thailand staat erg goed bewegwijzerd, ook in het Engels. Voor de meeste toeristische tempels betaal je 30 à 40 Baht (ongeveer 0,8 à 1 Euro) toegang, zoals bij Wat Phrathat Doi Suthep, Wat Phra Singh en Wat Chedi Luang het geval is. De minder gekende tempels, zoals Wat Pha Lat, zijn gratis toegankelijk. Ook voor natuurlijke bezienswaardigheden, zoals de Mok Fa-watervallen, de Pong Duet Geiser, het Huai Nam Dang National Park en de Warmwaterbronnen van Sai Ngam, dient een toegangsprijs betaald te worden. Die varieert tussen de 100 en 300 Baht (± 2,8 Euro tot ± 8 Euro), plus een kleine vergoeding om de scooter te parkeren. Voor de grote tour in de grotten van Tham Lot betaal je 400 Baht (±11 Euro) per groepje van drie. Deze prijs is inclusief de persoonlijke gids en het bamboeboottochtje heen en terug. Voor een bezoek aan Pai Canyon en de Witte Boeddha van Wat Phra That Mae Yen hoef je niets te betalen.

Alle bezienswaardigheden staan zeer goed aangeduid. Ook de Thaise koning duikt regelmatig in het straatbeeld op.

Beste periode

(Het noorden van) Thailand geniet van een tropisch klimaat, beïnvloed door de moesson. Van juni tot november valt er veel regen. De beste periode om deze regio te bereizen is dus in de winter. De topmaanden zijn januari en februari. Later op het voorjaar wordt het broeierig heet, tot de regen opnieuw toeslaat. Ik reisde er tijdens de eerste helft van november heen. Afgezien van eens een felle regenbui links of rechts, genoot ik er van voortreffelijk weer met stabiele temperaturen van om en bij de 30 graden Celsius. Gezien het regenseizoen dan nog maar net voorbij is, glundert de natuur in volle glorie en zijn de watervallen allesbehalve uitgedroogd. Er waren toen ook nog niet zoveel toeristen, daar het hoogseizoen nog moest beginnen.

Een interessante periode om naar Thailand af te reizen, is met het Loi Krathong festival, begin november. Dit is een groot volksfeest dat in gans het land en zelfs ver daarbuiten gevierd wordt. Vooral in Chiang Mai is het de moeite waard. Naast het te water laten van drijvende bloemstukjes op de Ping rivier, worden er ook nog eens duizenden brandende lampionnen de lucht ingejaagd.


Consumeren

Op de Chang Phuak Night Market, nabij de gelijknamige poort in Chiang Mai, vind je naast de ‘Cowboy Lady’ nog meer eetkraampjes. Ploen Ruedee Night Market dan is een sfeervolle night market in de oostelijke buitenwijken van Chiang Mai, met een ruime keuze aan eetkraampjes die er verrukkelijke street food volgens thema aan de man brengen. Er vinden ook regelmatig optredens met live muziek plaats op het centrale plein. Vlakbij de zuidoostelijke Chiang Maipoort transformeert de Wua Lai Road iedere zaterdag in de Saturday Walking Street. De verkeersvrije straat vult zich dan met eetkraampjes en verkoopstandjes vol met snuisterijen. Je kan er wel vaak over de koppen lopen. Tha Pae Sunday Walking Street werkt volgens hetzelfde concept, maar gaat door op zondag. Je vindt de markt in het hart van de stad, in Rachadamnoen Road die van Wat Phra Singh naar de Tha Paepoort loopt.

In Pai kan je iedere avond gewoon op straat eten. Voor koffie en een Engels ontbijt met spek en eieren moet je ‘s ochtends bij Red Bike Kitchen zijn, te herkennen aan de rode fiets die boven het dak zweeft.

Live muziek op de Ploen Ruedee Night Market in Chiang Mai

Ga in Chiang Mai na je etentje bij de ‘Cowboy Lady’ een pint pakken in het nabijgelegen North Gate Jazz Co-op, met live jazz gebracht door studenten. De cabaret in Ram Bar Chiang Mai start iedere avond om 22u en eindigt rond middernacht. De drankjes zijn verre van goedkoop, 300 Baht (± 8 Euro) voor een biertje bijvoorbeeld, maar de toegang is gratis. Ergens is het de dure consumpties wel meer dan waard, daar je er een avond vol vertier voor in de plaats krijgt. Zin om erna nog een stapje in de wereld te zetten? Dan kan je onder meer terecht in en rond de gezellige bar 48 Garage, in het centrum van Chiang Mai.

In Pai tooien sommige kroegen hun tafels met een fleurig bloemetje, maar in het Rabbit Café doen ze het met levende konijnen. Fluffiness verzekerd! Voor live muziek ben je aan het juiste adres in het knusse Mojo Café.


Deze trip combineren

Ik combineerde mijn reis doorheen het fascinerende noorden van Thailand ook nog met dit:


Congé à volonté

2 reacties op “Van het chille Chiang Mai tot in het pittoreske Pai

  1. Pingback: Bangkok by Boat & Bike – Op Congé met Xavier

  2. Pingback: Van biertje tot satéstok in Bangkok – Op Congé met Xavier

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: