Regio Reizen

Uit het archief: Een stralende dag in Tsjernobyl

Een terugblik op een licht radioactieve trip in 2014

Vandaag, 26 april 2021. Dag op dag 35 jaar geleden voltrok zich in de kerncentrale van Tsjernobyl ‘s werelds grootste nucleaire ramp ooit. Een enorm gebied van ruim dertig kilometer rond de centrale, toen nog onderdeel van de gewezen Sovjet-Unie, werd plotsklaps voor eeuwen onbewoonbaar verklaard. Doorheen de jaren raakten vele verlaten dorpen en steden in een trieste staat van verval, terwijl de natuur er minutieus weer haar rechten opeiste. De tijd zou er voor altijd in het rampjaar 1986 blijven haperen. Het is een onderwerp dat mij persoonlijk al altijd wist te fascineren. Dit gaf dan ook de voorzet om in de zomer van 2014 naar het huidige Oekraïne af te reizen en er samen met twee vrienden de plaats des onheils te bezoeken. En wat onze indrukken toen waren, dat lees je in dit licht radioactieve relaas van een dagje ‘tjolen’ rond Tsjernobyl.

Vandaag, 9 juli 2014. De staalblauwe bus gromt zich zachtjes in beweging. Aan boord een twintigtal toeristen van overal ter wereld. De noordwaartse rit van de Oekraïense hoofdstad Kiev naar Tsjernobyl, tegen de grens met Wit-Rusland, duurt zo’n twee uur. Als tijdverdrijf krijgen we in de bus een intrigerende documentaire te zien over de bewuste kernramp van 1986, kwestie van goed geïnformeerd te zijn. Naarmate de busrit vordert, oogt het landschap alsmaar desolater en kruisen we amper nog ander verkeer. En dan doemt dreigend in de verte ineens een rood stoplicht op. We naderen Dityatki Checkpoint (Дитятки КПП), zeg maar de hoofdingang van de zogenaamde Vervreemdingszone. We bevinden ons nu op dertig kilometer afstand van de ontplofte kerncentrale. Vanaf hier strekt zich een omvangrijk gebied uit, dat omwille van de nog steeds zorgwekkende stralingswaarden strikt verboden terrein is. Enkel met een toelating of met een erkende gids kom je erin. Officieel toch.

De Vervreemdingszone (Exclusion Zone), deels in Oekraïne en deels in Wit-Rusland (afbeelding: National Geographic)

Allesbehalve stralend vandaag, dat is het weer. Een fall out van gietende regen gutst verticaal uit de grijsgrauwe lucht ter aarde. Het draagt alleen maar bij tot de grimmige sfeer hier. De chauffeur stationeert zijn bus voorbeeldig voor de neergelaten slagboom en opent de toegangsdeur voor de politiebeambte die ons opwacht. Met een satelliet van een kepie op zijn hoofd strompelt de agent kordaat de bus op. “Pasporty!” beveelt hij ons streng. Nauwgezet start hij met de controle van onze identiteitsbewijzen. In de bus blijft het ijzig kalm. Enkel het geluid van de kletterende regen op het dak doorbreekt de stilte. Het zou zo het begin van een epische vechtscène kunnen zijn.

“Allesbehalve stralend vandaag, dat is het weer. Een fall out van gietende regen gutst verticaal uit de grijsgrauwe lucht ter aarde.”

Maar iedereen houdt zich gelukkig gedeisd. Tevreden druipt de arm der wet weer af, waarna de jonge Helena de bus komt infladderen. Zij zal ons vandaag doorheen de Vervreemdingszone gidsen. Twee weken per maand verblijft ze voor haar job in Tsjernobyl, de andere helft van de maand trekt ze dan huiswaarts, om zo de opgelopen stralingsdosis binnen de perken te houden. In haar hand houdt ze een geigerteller in de aanslag, een verklikker die de hoeveelheid radioactieve straling verklapt, zowel optisch als akoestisch. Ook een paar expeditieleden op de bus hebben er één op zak. Geen golfje straling zal dus aan onze aandacht ontsnappen vandaag. Met een ruk zwaait de agent de slagboom omhoog en steekt toestemmend zijn duim op. Precies of hij opende zonet de poort van Jurassic Park.

De toegangsweg naar de stad Tsjernobyl
Het welkomstbord van Tsjernobyl (Чорно́биль), met een abstracte tekening van de kerncentrale

De Derde Engel

Vandaag zijn wij trouwens de enige toeristen die er op visite zijn. We hebben het ‘kot’ dus voor ons alleen. Of toch niet helemaal? Nog altijd onder een grauwe hemel karren we het centrum van Tsjernobyl (Чорно́биль) binnen. De pletsende regen werd intussen wel al geëvacueerd. De stad Tsjernobyl, ooit bijna 15.000 inwoners groot, ligt aan de rivier Pripjat. Naar de kerncentrale zelf is het nog een zucht van achttien kilometer. Na het nucleaire drama vestigde men in Tsjernobyl het coördinatiecentrum voor de afwikkeling van de ramp. Anno 2014 lossen nog steeds twee ploegen van zo’n 3000 man elkaar om de vijftien dagen af. Een deel van de huizen is daardoor nog steeds bewoond. Meer nog: Er zijn in de stad zelfs verschillende bars, een supermarkt, een restaurant én een hotel aanwezig! Een bruisende sfeer zou ik het nu niet meteen noemen, maar verlaten lijkt het hier absoluut niet.

“Een bruisende sfeer zou ik het nu niet meteen noemen, maar verlaten lijkt het hier absoluut niet.”

Tsjernobyl fungeert niet alleen als tijdelijke thuisbasis voor die werknemers, maar geldt eveneens als oord van herdenking. Verspreid over de stad zijn er tal van monumenten te vinden die herinneren aan de tragedie van 1986. Helena loodst ons naar een door 94 naamborden geflankeerd grindpad. “Die staan symbool voor de 2 steden en 92 dorpen die na de ramp integraal ontruimd werden”, vertelt ze. Op de achterzijde van ieder bord staat de plaatsnaam doorstreept, als teken voor hun ondergang. “We hebben het over een slordige 135.000 inwoners in totaal. Praktisch niemand van hen zou en zal ooit nog terugkeren”, voegt ze er er nog aan toe.

Vooraan in het rijtje staan de naamborden van de ontruimde steden Pripjat (Прип’ять) en Tsjernobyl (Чорно́биль)
Niet alleen het einde van de bebouwde kom, maar in 1986 ook gewoonweg het definitieve einde voor het dorp Bytsjky (бички)
Helena (midden) vertelt ons over het apocalyptische Bijbelverhaal bij het beeld van de Derde Engel

Het pad eindigt bij een eigenaardig sculptuur van een engel die op een trompet blaast. “De kernramp van Tsjernobyl stond eigenlijk in de sterren geschreven”, teaset Helena ons. We staren haar schaapachtig aan. “In de Openbaring, het laatste boek van het Nieuwe Testament, staat het volgende geschreven.” Ze neemt er een tekst bij en citeert: “Hoofdstuk 8, vers 6 tot en met 11: De zeven engelen, ieder met een bazuin, maakten aanstalten om erop te blazen. (…) De derde engel blies op zijn bazuin. Uit de hemel viel een grote ster, die zo fel brandde als een fakkel. Hij viel op een derde deel van de rivieren en op de waterbronnen. De naam van de ster is Alsem. Dat derde deel van het water werd alsem. Veel mensen stierven door het water, dat bitter geworden was.” Helena legt de tekst weer opzij en verhaalt verder. “Alsem is een plantengeslacht uit de composietenfamilie. Tot de alsemachtige planten behoort onder meer de artemisia vulgaris, alias bijvoet. Vertaal ‘bijvoet’ naar het Oekraïens, en je krijgt het woord ‘tsjornobyl’.” Verstomming alom in de groep.

Tsjernobyl is nog één van de weinige plaatsen in het huidige Oekraïne waar nog een beeld van Lenin overeind staat, de stichter van de voormalige Sovjet-Unie
Een sober postpunt (Почта) maakt het voor de vroegere bewoners van Tsjernobyl nog steeds mogelijk om post naar elkaar te sturen

Een huiveringwekkend schoolbezoek

Na dit Bijbelse intermezzo over de aangekondigde apocalyps blazen wij met ons bazuin de aftocht. Aan de rand van de stad parkeren we de bus nog even bij de brandweerkazerne van Tsjernobyl. Die is overigens nog steeds permanent bemand. In periodes van extreme hitte zijn de bossen in de omgeving nogal gevoelig voor bosbranden. Het risico bestaat dat het vuur in dat geval opnieuw heel wat radioactief stof uit de besmette wouden zou doen opwaaien. Nogal wiedes dat men dat hier liever niet meer ziet gebeuren. Voor de poort van de kazerne brengt een kolossaal, cementgrijs gedenkteken hulde aan de gesneuvelde brandweermannen en de liquidators, personen die op zelfmoordmissie gestuurd werden om de radioactieve rommel op te ruimen. Men had het eerst met robots geprobeerd, maar die raakten al snel defect door de hoge straling. Enkele van die speelgoedachtige machines staan wat verderop in een parkje als monument opgesteld. Een paar kregen onlangs zelfs nog een nieuw likje verf.

“Men had het eerst met robots geprobeerd, maar die raakten al snel defect door de hoge straling.”

Het ‘Monument voor Zij die de Wereld Redden’, voor de poort van de brandweerkazerne

Een paar kilometer buiten Tsjernobyl bereiken we Lelyov Checkpoint. Deze controlepost bakent een extra gebarricadeerde zone van tien kilometer rond de centrale af, met nóg strengere regels. Langdurig binnen deze zone verblijven is niet toegelaten. We vervullen opnieuw de nodige formaliteiten en krijgen al snel vrije doorgang. In de bermen naast de baan waarschuwen onheilspellende borden ons dat het radioactieve gevaar nu echt om de hoek loert. We stappen uit in het spookdorp Kopachi en bezoeken er een voormalige kleuterschool, een klassieke stop bij een bezoek aan de Vervreemdingszone. Vele toeristen gingen ons hier dus al voor. Griezelige poppen liggen er overal in het rond en de kinderschoentjes staan nog keurig op en onder de stapelbedden. Geen idee of het in scène gezet is, maar het bezorgt me alleszins koude rillingen op mijn rug. Na dit huiveringwekkende schoolbezoek schuiven we dan schoorvoetend op naar de kerncentrale zelf, het kloppende hart van het nucleaire monster. De geigertellers in de bus gaan nu stilaan wat intenser tikken. We kunnen de stinkende adem van het beest reeds ruiken.

“Griezelige poppen liggen er overal in het rond en de kinderschoentjes staan nog keurig op en onder de stapelbedden.”

Een korte geschiedenisles over de kerncentrale van Tsjernobyl

In 1970 begon men aan de bouw van de kerncentrale. De eerste reactor kwam in 1977 in dienst, de beruchte reactor 4 als voorlopig laatste in 1983. Een vijfde reactor bevond zich op het moment van de catastrofe in de afwerkingsfase. De bouwkranen staan er na 28 jaar nog steeds onaangeroerd rond. Ook de werf van een zesde reactor was net opgestart. Al schopte men het hier niet verder dan de funderingen en een halve koeltoren. Alle reactoren waren van het type RBMK, een omstreden ontwerp voor kernreactoren waarvan er in Rusland nog steeds een groot aantal operationeel zijn.

De nooit afgewerkte reactor 5, met de bouwkranen er nog steeds rond
Bij de bouw van reactor 6 schopte men het niet verder dan de funderingen (niet in beeld) en een halve koeltoren

In de nacht van 25 op 26 april 1986 liep het dan helemaal mis. In reactor 4 was er een schijnbaar eenvoudige test gepland, maar door een opeenstapeling van fouten en vooral foutieve beslissingen ontstond er een niet te stoppen kettingreactie. De regelstaven in het reactorvat raakten volslagen oververhit, een zogenaamde melt down viel niet meer te vermijden. Een enorme explosie knalde het 2000 ton zware dak van beton er genadeloos af, als een kurk van een dooreengeschudde fles schuimwijn, en joeg daarbij een wolk vol dood en verderf de atmosfeer in. De fall out die daarop volgde contamineerde de wijde omgeving met een dikke laag hoogradioactief stof. Een stuk bos raakte zelfs zodanig besmet, dat de bomen prompt rood kleurden. Vandaar haar bijnaam ‘Het Rode Bos’. Negen dagen lang trachtten de reddingswerkers de brand in de reactor te blussen met water, zand, lood en beton, zonder daarbij te beseffen dat ze hun eigen leven op het spel aan het zetten waren. Eens de situatie weer min of meer onder controle was, werd reactor 4 inderhaast ingepakt in een betonnen sarcofaag, goed om maximum dertig jaar lang het nucleaire beest te temmen.

De oude sarcofaag over reactor 4 heeft hier en daar al wat ondersteuning nodig.

Volkomen absurd was de heropstart van de overige drie reactoren, kort nadien. Pas in het jaar 2000, 14 jaar na de ramp, werd onder internationale druk ook de laatste reactor stilgelegd. Dat was trouwens reactor 3, die aan één zijde een muur met de gehavende reactor 4 deelt… In de jaren na het incident moest de afbrokkelende sarcofaag over reactor 4 al meermaals extra ondersteuning krijgen. Dit kon echter niet verhinderen dat er al een gedeelte van de zuidelijke muur inzakte. Om de veiligheid op lange termijn te waarborgen, besliste men enkele jaren geleden om een nieuw omhulsel te bouwen. Die zou geschikt moeten zijn om nog eens honderd jaar lang bescherming te bieden. Op een terrein naast de centrale wordt daarvoor een gigantische koepel van 115 meter hoog gebouwd, de grootste ter wereld in zijn soort. Tegen de lente van 2016 moet die dan over de beschadigde reactor én de oude sarcofaag heen geschoven worden. Pas na dit ingenieus manoeuvre kan men dan eindelijk starten met de volledige ontmanteling van de reactor, dertig jaar na datum.

Uiterst rechts reactor 3, door de karakteristieke rood-witte schouw gescheiden van reactor 4 (midden); uiterst links de nieuwe sarcofaag in aanbouw

Een onzichtbare vijand

Tot op tweehonderd meter, zo dicht kunnen we tot bij reactor 4 kruipen. De geigertellers gaan nu helemaal over de rooie. Vanachter een zwaar beveiligde hek aanschouwen we vol verwondering de betongrijze bunker, met erachter de karakteristieke, rood-witte schoorsteen die er als een pluim op het hoofd van een indiaan bovenuit steekt. Over twee jaar behoort dit zicht definitief tot het verleden, eens het geheel onder de nieuwe stolp verdwijnt. Op de werf naast de centrale heerst er alleszins veel bedrijvigheid. Honderden arbeiders zijn er druk in de weer met het tijdig klaarkrijgen van wat misschien wel hét belangrijkste project voor de mensheid is. In het getroffen reactorvat sluimert namelijk nog steeds een radioactieve bom. De loeiende geigerteller toont ons nu een waarde van 4,55 microsievert per uur. Ter vergelijking: In België bedraagt de natuurlijke achtergrondstraling gemiddeld 2,5 millisievert per jaar, wat omgerekend ongeveer 0,29 microsievert per uur betekent. De straling die we hier meten ligt dus bijna 16 keer hoger dan normaal. En met iedere stap die we dichter bij de reactor zetten, schiet de geigerteller exponentieel de hoogte in. Maar zolang we niet te lang blijven, heerst er absoluut geen gevaar. Het blijft toch een vreemd gegeven, radioactiviteit. Je voelt, ziet, ruikt of proeft de ioniserende straling immers niet, maar het is er dus degelijk wel. Een onzichtbare vijand.

“Tot op tweehonderd meter, zo dicht kunnen we tot bij reactor 4 kruipen. De geigertellers gaan nu helemaal over de rooie.”

Een woestenij van rottend beton en woekerende vegetatie

Na een kwartiertje is het voor Helena welletjes geweest. We hoppen terug de bus op voor onze volgende stop: de spookstad Pripjat (Прип’ять). Ruim 50.000 inwoners telde deze stad ooit, nu niemand meer. Opgericht in het jaar 1970 kwamen voornamelijk werknemers van de centrale zich hier vestigen, samen met hun familie. Hoewel Pripjat quasi naast de nucleaire site lag, en haar bestaan daar ook aan te danken heeft, zou men toch altijd over de kerncentrale van Tsjernobyl blijven spreken. Pripjat gold als een toonvoorbeeld van hoe een moderne stad er in de communistische Sovjet-Unie hoorde uit te zien. Men had er alles: restaurants, bars, winkels, een cinema, scholen, zwembaden, sporthallen, ziekenhuizen, cultuurhuizen en een hotel. De woonwijken bestonden voornamelijk uit hoogbouw, met ertussen een oase van groen en speeltuinen voor de kinderen.

We stappen terug op de staalblauwe bus en rijden verder naar Pripjat
Pripjat (Прип’ять) is al langer verlaten dan het ooit bewoond geweest is

Spijtig genoeg was de Sovjet-Unie meer bezig met hun eigen imago dan met de gezondheid van hun burgers. In eerste instantie wilde men het nucleaire incident dan ook zo lang mogelijk stilhouden. Zo bestaan er foto’s van spelende kinderen in het park, terwijl mysterieuze mannen in witte pakken er met speciale apparatuur de radioactieve straling opmaten. Uiteindelijk kon de overheid niet anders dan kleur bekennen. 36 uur na de catastrofe verzocht men de inwoners dan toch om in allerijl hun spullen te pakken. Enkel het strikt noodzakelijke. Een colonne bussen voerde hen vervolgens af naar een ‘tijdelijk’ onderkomen, maar nooit zouden ze nog naar hun huizen terugkeren. Bovendien was het kwaad al geschied. Duizenden onder hen kregen maanden en jaren nadien nog met kanker en miskramen af te rekenen, tot generaties ver zelfs.

Het Paleis van Cultuur, op het overwoekerde centrale plein van Pripjat
Het zwembad van Pripjat, dat nog tot in 1998 (!) in gebruik was

28 jaar later staat Pripjat al langer leeg dan dat ze ooit bewoond was. De modelstad werd onherroepelijk in een woestenij van rottend beton en woekerende vegetatie herschapen. De frisse boompjes die ooit de kraaknette boulevards sierden, wedijveren nu om ter hoogst met de aftakelende flatgebouwen. Wegens instortingsgevaar is het sedert enkele jaren niet meer toegelaten om de leegstaande panden te betreden. Officieel toch. Maar voor ons knijpt Helena even een oogje dicht. Voorzichtig sluipen we het Paleis van Cultuur binnen, dat ooit het centrale plein van Pripjat de nodige grandeur gaf. Eén grote puinhoop is het nu daarbinnen. Stapels papieren slingeren overal in het rond en onder m’n voeten hoor en voel ik constant gebroken glas kraken. De sporthal van het gymnasium wat verderop lijkt dan relatief gezien nog in ‘goeie’ staat. Zelfs de voetbaldoelen en een sportrek staan er nog. En een verdwaalde stoel. In het binnenzwembad van het stedelijke sportcomplex staat de duiktoren nog steeds fier overeind. Al zou een sprong tegenwoordig een harde smak tegen de opgedroogde zwembadbodem opleveren, eerder dan een frisse duik.

Het gymnasium
Een rondslingerende krant, uitgebracht op 18 augustus 1985
Binnen is het overal één grote puinhoop

“Stapels papieren slingeren overal in het rond en onder m’n voeten hoor en voel ik constant gebroken glas kraken.”

Een spinnende kat

Terug buiten ontdekken we dan één van de meest emblematische hoekjes in de spookstad. Een reuzenrad en een botsautokraam staan er al jaren hopeloos weg te roesten. “Deze kermis werd geplaatst in aanloop naar de Dag van de Arbeid, op 1 mei 1986”, vertelt Helena. “Nooit zouden de attracties opengaan. Al zouden ze naar verluidt wel even gedraaid hebben op 27 april, daags ná de kernramp”, klapt ze uit de biecht. Helena grijpt naar de geigerteller in haar zak, die als een spinnende kat gezapig aan het knetteren is. Ze laat het toestel tot net boven een stuk mos op het asfalt zakken. “11,74… 21,29… 27,97… 37,92… 53,25 microSievert per uur!” Het toestel gaat gillend in alarm. Meer dan het tienvoudige van wat we aan reactor 4 detecteerden. “Planten absorberen nu eenmaal veel radioactiviteit”, verduidelijkt Helena. “Ook veel metalen objecten hier zijn zwaar gecontamineerd en kunnen bijgevolg niet zomaar verwijderd worden. Maar dat weerhield plunderaars er niet van om radioactief schroot te komen roven en die op de zwarte markt door te verkopen.” Geen zorgen, wij blijven overal braafjes af.

We luisteren aandachtig naar de deskundige uitleg van gids Helena

Als afsluiter van deze merkwaardige citytrip in Pripjat hijst Helena ons het hoogste flatgebouw in de stad op. Met de trap welteverstaan, daar de lift al eventjes buiten gebruik lijkt. Eens boven op het dak komt pas het besef hoe groot de stad wel is. En hoe leeg die nu wel is. Tientallen onbevolkte appartementsblokken worden nog net niet verzwolgen onder het kruin van de oprukkende begroeiing. Achter de bebouwing loert de geblesseerde kerncentrale, een beteugelde tijger die uitgeput zijn wonden likt naast zijn verscheurde prooi. Ernaast de toekomstige, in aanbouw zijnde sarcofaag die het radioactieve roofdier weldra voor minstens nog eens honderd jaar aan de ketting moet houden. Het is alsof de glimmende koepel er als een soort van triomfboog schittert. Een eerbetoon aan de vele helden die de wereld hebben weten te behoeden voor erger.

“Achter de bebouwing loert de geblesseerde kerncentrale, een beteugelde tijger die uitgeput zijn wonden likt naast zijn verscheurde prooi.”

Een Sovjet-teletijdmachine

De tour zit er bijna op. We dalen opnieuw richting de bus af en snellen de spookstad uit. Terug aan Lelyov Checkpoint verzoekt Helena iedereen om uit te stappen. Ze lokt ons mee naar een klein gebouw naast de weg, waar een soort van teletijdmachine uit lang vervlogen Sovjet-tijden schuilt. Het gaat om een antieke scanner die ons zal screenen op eventuele radioactieve besmetting. Op goed geluk stap ik de detector in en leg volgens de instructies mijn handen op de machine, net zoals ik een voetbal voor mijn neus zou balanceren. Na enkele seconden floept er voor mijn neus een wit lampje aan en gaat het verlossende poortje open. Ik mag beschikken!

Een soort van teletijdmachine uit lang vervlogen Sovjet-tijden screent ons op radioactieve besmetting
Het lampje springt op wit, wat wil zeggen dat alles in orde is!
Desyatka, het enige hotel en restaurant in het centrum van Tsjernobyl

Helena stuurt ons evenwel niet met lege magen naar huis. We stoppen nog even in Tsjernobyl zelf om een hapje te eten bij Desyatka (Десятка), het enige restaurant annex ‘vijfsterrenhotel’ in de stad. Die vijf sterren moet je wel met een grove korrel zout nemen. We krijgen er typisch Oost-Europese kost geserveerd, in een muf Sovjet-interieur dat ook ergens in 1986 is blijven plakken. Geen haute cuisine, maar zeker niet slecht. En gelukkig niet met producten van eigen kweek. Met het buikje rond gegeten, stappen we weer de bus op. Vooraleer we de Vervreemdingszone definitief mogen verlaten, volgt aan Dityatki Checkpoint nog een laatste screening. Spannend, want dit apparaat staat maar liefst vijf keer gevoeliger afgesteld dan de vorige. Ook deze test doorstaan we met glans, ergo geen quarantaine of rituele kledijverbranding! Ook onze bus werd intussen van boven tot onder ontsmet, kwestie van geen radioactief stof mee naar de hoofdstad te smokkelen. We nemen afscheid van de lieftallige Helena en zetten opnieuw koers naar Kiev. Wat we vandaag te zien kregen staat voor eeuwig op mijn netvlies gebrand en zal me nog lange tijd kippenvelmomenten bezorgen. Nu alleen maar hopen dat zo’n nucleair drama nooit bij ons geschiedt. Of gewoon in z’n geheel niet meer.

Tsjernobyl anno 2021

In 2016 was het dan effectief zover. De nieuwe sarcofaag was helemaal af en werd op 29 november van dat jaar over reactor 4 én de oude sarcofaag heen geschoven. Sindsdien zijn de stralingswaarden rond de kerncentrale sterk afgenomen. Als gevolg daarvan ging de Vervreemdingszone alsmaar meer toeristen aantrekken. Het grote succes van de HBO-reeks ‘Chernobyl’ (zie verder) werkte dit vanaf 2019 alleen nog maar meer in de hand. Bij ons bezoek in 2014 spraken we over ‘amper’ 10.000 toeristen per jaar, in 2019 liep dat aantal al op tot zo’n 200.000 bezoekers. De ooit zo erbarmelijk uitziende Dityatki Checkpoint oogt nu als een moderne grenspost, met bezoekerscentrum én zelfs een souvenirwinkel! De Oekraïense overheid kan de centen dan ook goed gebruiken voor het onderhoud en de ontmanteling van de nucleaire site. Hoe het Pripjat, Tsjernobyl en de overige 92 dorpen nog verging? Die takelden door de tand des tijds alleen nog maar verder af. Ruïnes zijn het intussen geworden. Nog duizenden jaren zal het duren, vooraleer de straling in de Vervreemdingszone opnieuw van aanvaardbaar niveau is en wonen er terug mogelijk wordt. Dat zullen wij alvast niet meer meemaken.

Tsjernobyl op televisie

De kernramp van Tsjernobyl vormde al regelmatig een bron van inspiratie voor menig televisieprogramma.

Tom Waes, presentator annex avonturier in hart en nieren, trok in 2018 naar Oekraïne in het kader van zijn reisprogramma ‘Reizen Waes: Europa’. Het programma was in 2019 op de Vlaamse televisiezender ‘één’ te zien. In de bewuste aflevering over Oekraïne brengt hij onder meer een bezoek aan de Vervreemdingszone rond Tsjernobyl, op zoek naar de weinig overgebleven bewoners in het gecontamineerde gebied. Bekijk de volledige aflevering hier.

Afbeelding: VRT

Een grote hit in het jaar 2019 was de meesterlijke tv-reeks ‘Chernobyl’, geproduceerd door HBO en bij ons te zien via Telenet en op Canvas. Deze miniserie van vijf afleveringen vertelt het verhaal van de kernramp doorheen de ogen van verschillende personages die van nabij betrokken waren. ‘Chernobyl’ is grotendeels gebaseerd op waargebeurde feiten, deels aangevuld met fictieve elementen. De serie laat zien hoe het nucleaire drama is kunnen gebeuren, wat voor heldhaftigheid er bij de bestrijding van de ramp aan de dag gelegd werd en hoe de vroegere Sovjet-Unie vooral haar eigen hachje trachtte te redden. Een topserie met puike acteerprestaties!

VRT-journalist en Ruslandkenner Jan Balliauw (foto) bracht in het voorjaar van 2020 de driedelige documentaire ‘In de ban van Tsjernobyl’ uit. Hij gaat er dieper in op de (on)waarheden achter de HBO-reeks ‘Chernobyl’. Hij trok daarvoor niet alleen naar Tsjernobyl zelf, maar ging in Oekraïne en Wit-Rusland ook op de koffie bij de gezichten achter de personages uit de serie. Je kan de drie afleveringen hier herbekijken.

Afbeelding: VRT

Even wat relativeren

Er heerst soms wel wat controverse rond de toeristische excursies naar Tsjernobyl. Omdat je ermee je leven op het spel zou zetten, zegt men. Niet waar! Een bezoek aan Tsjernobyl is volstrekt veilig. Het risico op lichaamsschade door blootstelling aan ioniserende straling hangt namelijk van twee factoren af: De geabsorbeerde stralingsdosis en de blootstellingsduur. De gemiddelde stralingswaarden in de Vervreemdingszone zijn van aanvaardbaar niveau voor korte bezoeken. Je moet er al 26 dagen aan een stuk verblijven, eer je nog maar de dosis van één röntgenfoto geabsorbeerd hebt. Je staat trouwens aan veel meer radioactieve straling bloot tijdens een vliegreis, dan gedurende één dag ter plaatse in Tsjernobyl. Kosmische straling afkomstig uit de ruimte is dat dan. Pas wanneer je permanent in de Vervreemdingszone zou verblijven loop je een verhoogde kans op de negatieve gevolgen ervan. En dan nog. Ondanks de grootse evacuatie in 1986, weigerden toch enkele tientallen mensen het gebied te verlaten. Sommigen onder hen zijn nog steeds in leven en bereikten ook al een respectabele leeftijd. Zoals in ‘Reizen Waes: Europa’ te zien was, telen en eten ze bovendien groenten uit eigen grond! Met veel argwaan waagde ook Tom Waes zich aan een kleine degustatie. Natuurlijk zijn er rond Tsjernobyl nog enkele hoogradioactieve haarden, maar die zijn eerder lokaal: In het ziekenhuis van Pripjat waar de pakken van de brandweermannen nog liggen, het Rode Bos, binnenin de nieuwe sarcofaag,… Dit zijn dan ook plekken die door de toeristische tours vermeden worden. En zolang je de kledijvoorschriften en de aanwijzingen van de gids respecteert, is er geen enkel gevaar (zie verder).

Lugubere gevaarsborden waarschuwen voor hoogradioactieve plekken, zoals hier aan het Rode Bos nabij Pripjat

Maar waarom zou je in godsnaam een bezoek aan Tsjernobyl overwegen? Wel, ik vergelijk het wat met een bezoek aan bijvoorbeeld Omaha Beach, Srebrenica of Auschwitz. De regio rond Tsjernobyl kan evengoed als oorlogsgebied gezien worden, een oorlog die zelfs 35 jaar na ‘het conflict’ nog steeds slachtoffers maakt (miskramen, verminkte baby’s, leukemie, …). Een exact dodental is er niet. Rechtstreeks waren het er ‘slechts’ een paar tientallen. Zij lieten het leven als rechtstreeks gevolg van de ontploffing of door de stralingsziekte die ze opliepen bij het blussen en opruimen van de reactor. Vele duizenden mensen stierven achteraf nog aan de gevolgen van kanker. Wat met de stad Pripjat gebeurd is, kan ook met een stad als Antwerpen voorvallen, mocht de kerncentrale van Doel ooit de lucht invliegen. Kernenergie stoot dan wel geen CO2 uit, maar wanneer het dan eens misgaat zijn de gevolgen vaak niet te overzien. En dat was niet alleen in Tsjernobyl het geval. In de kerncentrale van het Japanse Fukushima sloeg in 2011 het nucleaire noodlot toe, als gevolg van een natuurramp weliswaar. Niet dat ik fervent tegenstander van kernenergie ben, maar Tsjernobyl en Fukushima bewijzen nu eenmaal dat we er voorzichtig mee moeten blijven omgaan.


Deze trip arrangeren

De excursie

Als particulier kan je Tsjernobyl in principe enkel bezoeken met een georganiseerde excursie. Er zijn meerdere organisatoren die private of gedeelde trips aanbieden van één of zelfs meerdere dagen. Zo goed als allemaal vertrekken ze uit de Oekraïense hoofdstad Kiev, inclusief de busrit van twee uur naar Tsjernobyl. In 2014 tekenden wij in voor een gedeelde dagtrip bij Solo East Travel. Plaats van vertrek is anno 2021 nog steeds aan de McDonald’s op het Maidanplein te Kiev.

In 2014 was een excursie naar Tsjernobyl nog betrekkelijk exclusief en bijgevolg erg duur. Solo East Travel vroeg toen voor de gedeelde dagtrip een standaardtarief van 159 Dollar (ongeveer 143 Euro) per persoon. Door de grotere concurrentie en de hogere veiligheid in de Vervreemdingszone, vooral sinds de voltooiing van de nieuwe sarcofaag in 2016, zijn de prijzen enorm gezakt. In 2021 betaal je bij Solo East Travel 71 Dollar of 64 Euro per persoon (bij aankoop van minstens twee zitjes). Inbegrepen in deze prijs: Vervoer per bus van/naar Kiev en in de Vervreemdingszone, gids, verzekering en lunch in het restaurant. Optioneel kan je een geigerteller bij huren.

Witte pakken en mondmaskers zijn overdreven. Draag wel kledij die het lichaam maximaal bedekt: Gesloten schoenen, lange broek en hemd of T-shirt met lange mouwen. Die achteraf verbranden is ook niet nodig.

Een internationaal paspoort is verplicht voor deze excursie. Er is grenscontrole aan Dityatki en Lelyov Checkpoint. Je dient het nummer van je paspoort al bij boeking van de tour op te geven, al kan je dit nog steeds tot 24u voor vertrek wijzigen. Je hebt trouwens sowieso een internationaal paspoort nodig om toegang tot het Oekraïense grondgebied te verkrijgen.

Je kan ook een meerdaagse excursie naar Tsjernobyl boeken, met in dat geval een overnachting bij hotel Desyatka, in het centrum van Tsjernobyl (website hotel: rektan1.com).

Meer info over de tour(s) op de website van Solo East Travel: tourkiev.com


Erheen

In 2014 vlogen wij met LOT Polish Airlines van Brussel (Zaventem) naar Kiev (Boryspil), met een overstap in Warschau (Chopin). Ukraine International Airlines vliegt rechtstreeks tussen Brussel en Kiev (skyscanner.nl).


Deze trip combineren

Kiev

Enkel naar Oekraïne afreizen voor een daguitstap naar Tsjernobyl is misschien wat overdreven. Daarom combineerden wij dit met een citytrip in de Oekraïense hoofdstad Kiev, een verborgen parel in Oost-Europa. Ga er, indien mogelijk, in de zomer heen. Dan vult haast ieder plein in de stad zich met relaxte pop-upbars en kan je verder van goedkope mojito’s nippen op het zonnige zandstrand langsheen de rivier de Dnjepr.

Het schitterende Sint-Michielsklooster in Kiev

In Kiev verbleven wij in het Greguar Hotel, een verzorgd viersterrenhotel met ruime appartementen, op een steenworp van het centrum (greguar.com.ua).

Breng vóór je excursie naar Tsjernobyl eerst een bezoek aan het excentrieke Nationaal Museum van Tsjernobyl, om zo wat meer inzicht te krijgen in de ramp en haar naweeën. Je vindt het museum in de wijk Podil, de benedenstad van Kiev (chornobylmuseum.kiev.ua).


Congé à volonté

0 reacties op “Uit het archief: Een stralende dag in Tsjernobyl

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: